Gepubliceerd: Libelle België
Datum: 10 mei 2019
Door: Sanne De Lee
De Belgische Libelle raadpleegde Dr. Jetske Ultee voor een zonproductie met verrassende tips om je huid te beschermen. Weet jij hoe hoog de SPF is van een wit T-shirt? En wat doen tomaten tegen zon? Lees het hele stuk:
Ook zonder zon kun je verbranden
En nóg 10 verrassende tips om jezelf beter te beschermen
Een goede zonnecrème beschermt zowel tegen UVA- als UVB-straling
UVA-stralen dringen diep door in je huid, UVB-stralen blijven oppervlakkiger. Maar allebei zorgen ze voor huidveroudering en -schade. Een goede zonnecrème beschermt dan ook tegen zowel UVA als UVB. Staan de letters ‘UVB + UVA’ (met daarrond een cirkeltje) op de verpakking, dan zit je goed. Het cirkeltje betekent dat de beschermingsfactor tegen UVA minstens een derde is van die tegen UVB, in lijn met nieuwste Europese regelgeving. Meteen ook de reden dat je zonnecrèmes best koopt binnen Europa: daarbuiten zijn nog veel producten te vinden die nauwelijks beschermen tegen UVA.
Beschermen doe je best al van kleins af aan
Één keer flink verbranden in je kindertijd verdubbelt het risico om later melanoom, de gevaarlijkste huidkanker, te krijgen. Bovendien komt het grootste deel van de schade aan je huid door zonneblootstelling vóór je 21ste. Gebruik je in de eerste achttien jaar van je leven dan weer geregeld zonnecrème, dan verlaagt je kans op plaveiselcelcarcinoom (een veelvoorkomende vorm van huidkanker) met 78 procent. Het zijn duizelingwekkende feiten, maar ze tonen aan hoe cruciaal het is om kinderen van jongs af aan in te smeren én hen het belang van zonbescherming bij te brengen. Kinderen tot twaalf maanden hou je best uit de zon. Kinderen tussen één en drie jaar mogen met hun armen en benen in de zon, maar slechts voor korte periodes en niet tussen 11 en 15 uur. Smeer hen altijd in met een factor 50. Ook een zonnehoedje en -bril zijn geen overbodige luxe.
“Je kleding biedt niet altijd voldoende bescherming. Luchtige kleding staat gelijk aan een SPF 8, een wit T-shirt aan factor 5”
Een T-shirt aantrekken dan maar? Oké, maar let toch nog op!
Hoewel kleding je huid voorziet van een beschermingslaagje, is dat niet altijd voldoende. Natte kledij beschermt amper. Luchtige kleding staat gelijk aan een SPF 8; een wit T-shirt aan factor 5. Hoe dichter een stof geweven is, hoe beter ze beschermt.
Ook zonder kun je verbranden
Onder een parasol of op een bewolkte dag verbrand je net zo goed. De wolken en de omgeving weerkaatsen immers het zonlicht. Bovendien laten wolken nog altijd 80 procent van de UV-straling door. Maar ook op een koele, heldere dag kun je verbranden. De hoeveelheid UV-straling is niet afhankelijk van de temperatuur, maar van de stand van de zon en ook factoren als wolken, vocht en stof in de lucht en ozon.
Geen enkele zonnefilter beschermt je voor 100 procent
Factor 15 beschermt voor 94 procent, factor 30 is goed voor 97 procent en factor 50 benadert de 98 procent. Geen enkel product beschermt je dus voor honderd procent tegen het volledige spectrum aan stralen. Ook een total sunblock niet. Die geeft een vals gevoel van veiligheid, waardoor je minder vaak smeert en langer in de zon blijft. Wat die factor dan precies zegt? Het is een maat om aan te geven hoeveel langer je in de zon kunt blijven zonder te verbranden. Verbrand je normaal gezien na tien minuten, dan kun je met een SPF 30 vijf uur in de zon blijven zonder te verbranden (want 10 x 30 = 300 minuten). Maar de werking van je SPF hangt ook af van de hoeveelheid crème die je smeert. Daarnaast moet je ook elke twee uur opnieuw smeren om de vernoemde SPF te halen. De werkzaamheid van de filters neemt immers geleidelijk aan af. Hoe snel dat gebeurt, hangt af van de sterkte van de zon, je huidtype, hoe actief je bent…
“Een lauw kompres, douche of bad in de eerste 12 à 24 uur nadat je verbrand bent, kan de schade beperken”
Toch verbrand? Dit zijn enkele tips!
Het is zaak om de warmte uit je huid te halen. Dat kun je doen met koude kompressen. Gebruik liever geen ijs of verkoelende gel, maar neem een lauw kompres, douche of bad. Ook smeren is slim: zo ga je uitdroging tegen en help je de barrièrefunctie te herstellen. Gebruik een hydraterend product op waterbasis – een te vette crème houdt de warmte in je huid net vast – en vermijd parfums of irriterende stoffen zoals munt en hoge concentraties alcohol. Kalmerende stoffen zoals zoethoutwortel-extract, betaglucaan of aloë vera zijn een plus.
In de zonnigste periode van het jaar gebruik je best een aparte zonnecrème voor je gezicht
En het liefst iedere dag, ook al zit je veel binnen of in de auto. UVA-straling komt immers gewoon door glas heen. De volgorde waarin je smeert? Eerst je dagcrème, dan je zonnecrème. Zo kunnen de actieve stoffen uit je dagcrème eerst goed hun werk doen. Gebruik liefst een dagcrème met een lichte textuur op waterbasis.
Je koopt best elk jaar een nieuwe zonnecrème
Na opening en onder invloed van hitte en licht neemt de werking van sommige zonnefilters sterk af. Aan het strand of het zwembad laat je je flesje dus liever niet in de volle zon liggen. Je doet er daarom goed aan om ieder jaar nieuwe producten te kopen.
“Één keer flink verbranden in je kindertijd verdubbelt het risico om later melanoom, de gevaarlijkste huidkanker, te krijgen”
Zonneproducten belemmeren de positieve effecten van de zon niet
De zon is gezond: ze is nodig voor de aanmaak van vitamine D. Dat zorgt niet alleen voor sterke botten, een tekort wordt ook steeds meer in verband gebracht met hart- en vaatziekten, kanker, neurologische aandoeningen en depressie. Normaal gebruik van een zonnecrème zal je vitamine D-gehalte niet in het gedrang brengen: uit onderzoek blijkt dat zelfs de meest fervente smeerders geen lager vitamine D-gehalte hebben dan anderen. Omgekeerd geldt dat mensen die veel in de zon komen nog steeds een vitamine D-tekort kunnen hebben. Je leeftijd, huidtype en genen bepalen uiteindelijk of je makkelijk vitamine D aanmaakt.
Ook tomatensap beschermt je tegen de zon
Raar maar waar: uit onderzoek is gebleken dat voedingsmiddelen die rijk zijn aan antioxidanten je huid van binnenuit mee beschermen tegen UV-schade. Met name Vitamine C, polyfenolen en carotenoïden zijn krachtige beschermers. Vitamine C is de bekendste, en zit vooral in aardappelen, koolsoorten, citrusvruchten, kiwi’s, bessen en aardbeien. Polyfenolen zijn stofjes die planten deels hun kleur geven en zitten in noten en zaden en heel wat groente- en fruitsoorten zoals appels, bessen, wortelen, druiven en spinazie. Carotenoïden, ten slotte, zijn pigmenten die kleur geven aan planten. Je vindt ze dus in felgekleurde groenten zoals wortelen, tomaten, bieten, maar ook in broccoli en spinazie. Let wel: dit beschermende effect treedt niet onmiddellijk op. Bovendien heb je grote hoeveelheden antioxidanten nodig. Een tomaatje per dag zal het verschil dus niet maken. Goed blijven smeren, is dus de boodschap!